Vrijmetselarij

Loge Concordia Vincit Animos

  • Loge CVA
  • Vrijmetselarij
  • Agenda
  • Interesse?
  • Artikelen
Loge CVA, January 4 2017

De logeblik op oneindig

De logeblik op oneindig

In de loge richten vrijmetselaren graag de blik op de eeuwigheid. Daarmee staan ze in een traditie die teruggaat tot de vroegste culturen. Al weten we nog steeds niet precies wat de voorhistorische stenenbouwers precies voorhadden met Stonehenge, er is weinig spirituele lenigheid voor nodig om te veronderstellen dat ze in deze tempel afstand namen van de dagelijkse harde werkelijkheid van het menselijke bestaan en als het ware hun geestelijke kompas op de eeuwigheid richtten.

Etymologisch is onze tempel niet een plek voor de eredienst aan een godheid, maar een ‘templum’ in de natuur, waar zinnebeeldig in de diepte van het universum geschouwd kon worden door de Romeinse sterrenwichelaars. Die hadden de kunst afgekeken van de Stoa, de filosofie van het vroege hellenisme, met haar liefde voor de kosmische ‘flow’ die om de zoveel tijd een nieuwe generatie waarheidszoekers bevangt.

De tempel was voor de stoïcijnen een zinnebeeld voor het universum, en voor alle krachten die daarin werkzaam zijn, inclusief de – al dan niet vermeende – menselijke vrije wil. De tempel was zoiets als een kosmische Google map, een kaart aan de hand waarvan de mens een positie kon kiezen in het krachtenveld van goden, demagogen en filosofen.

De stoïcijnen zagen de menselijke werkelijkheid graag in het licht van de eeuwigheid, en naar dat licht verwees ook Spinoza in zijn ‘Ethica’. De grote Joodse filosoof maakt de laatste decennia een ware zegetocht onder al die mensen die op zoek zijn naar een waarheid die een uitweg biedt uit de kluisters van vooroordelen, predestinatie en religieus fundamentalisme. Zijn begripsub specie aeternitatis wijst op de mogelijkheid van de mens om zich boven de subjectiviteit te verheffen in een geestelijke werkelijkheid die even reëel is als de eeuwige wetten van de natuur.

‘In het perspectief van de eeuwigheid’ is sinds de dagen van Spinoza uitgegroeid tot een begrip waarmee degene die het gebruikt afstand neemt van de tijdelijkheid en vluchtigheid van de alledaagse zaken des levens. Die afstand wordt ook genomen in het logeritueel. Maar dat zet de deelnemers na afloop weer stevig met de benen op de grond waarop zij hun leven moeten leiden.

Op 14 juli vorig jaar zat ik op vakantie in de Périgord Noir samen met een 300-tal Fransen aan lange schragentafels op het middenplein van het mooie stadje Belvès aan aan het ‘Quatorze Juillet’-diner. Voordat achtereenvolgens de verplichte pâté de foie gras enconfit de canard geserveerd werden, zette het ingehuurde musette-orkestje de ‘Marseillaise’ in. En daar stond ik dan in de houding van trouw uit volle borst mee te zingen, met in gedachten al die maçons die bij het ontstaan van de République Française een rol gespeeld hebben. Voor mijn geestesoog de beelden uit het eerste (enige voltooide) deel van ‘Napoléon’, het laatste cinematografische meesterwerk (uit 1927) van de stomme film, waarvan ik in het Holland Festival de gerestaureerde versie zag, live begeleid door groot symfonieorkest.

Met aan megalomanie grenzende ambitie liet Abel Gance in zijn filmepos niet alleen de eerste militaire huzarenstukken van de latere keizer zien, maar ook het ontstaan van het Franse volkslied.

Het hart zwelt gemakkelijk in de keel als ‘la gloire de la France’ bezongen wordt, en dat gebeurde ook op het plein in de open lucht aan het begin van de zomer. Maar terwijl op dat plein in het historische stadje vastgesteld werd dat de dag van de glorie was aangebroken, reed een paar kilometer verderop een minder patriottische ‘uit migratie afkomstige’ Fransman met zijn vrachtwagen door een feestende menige heen, met dodelijke afloop voor vele tientallen.

De volgende dag terug naar Nederland. Op de borden boven de tolwegen nu niet de tijd, de temperatuur, debouchons of de waarschuwing voor trajectcontrole, maar overal de drie magische woorden die de Franse Revolutie vleugels gaven en die de vrijmetselaar aan het hart gebakken zijn: Liberté – Égalité - Fraternité.

Aan het azuren gewelf van de tempel van de kosmos kon onlangs weer een nieuw kompaspunt toegevoegd worden. De ESO, de Europese Zuidelijk Sterrenwacht, maakte wereldkundig dat een aardeachtige planeet is ontdekt die draait rond de ster die het dichtst bij ons zonnestelsel staat, Proxima Centauri. In principe zou daar volgens ESO ‘aardachtig leven’ mogelijk kunnen zijn. “Het is de dichtstbijzijnde exoplaneet en het kan ook de meest nabije woonplaats zijn voor aardachtig leven buiten ons zonnestelsel.”

Voordat we aan verhuizing van onze in een aantal opzichten ernstig bedreigde aardse planeet gaan denken: we moeten meer dan vier jaar met de snelheid van het licht reizen voordat we de rode dwergster Proxima Centauri naderen, en dat is dan nog de dichtstbijzijnde (‘Proxima’) ster, als we de zon niet meetellen. Voorlopig zullen we het dus moeten doen met dit ondermaanse.

Willem Verstraaten

Written by

Loge CVA

Older Het geheim van de taal
Newer Drie eeuwen zoeken naar verbinding