Vrijmetselarij
Koninklijke kunst is conceptuele kunst: in de loge wordt gewerkt naar het concept van de tempel van koning Salomo. Die moest niet alleen ontzag inboezemen door zijn schoonheid maar tegelijkertijd het beeld oproepen van de eindeloze grootsheid van de kosmos en de regelmaat die daarin aangebracht was door de schepper.
Dat die schepper inmiddels ook opgevat kan worden als een in de natuur zelf gewortelde kracht doet niets af aan het ontzag waardoor de beschouwer van het universum ook nu nog bevangen wordt, of die nu wetenschapper of kunstenaar is.
Ook de kathedraal die een groot deel van het beeldend arsenaal van de vrijmetselaar verschaft heeft, was een poging die grootsheid van het hogere te vertalen naar aardse schoonheid. Met name voor de gotische kathedraal zijn bouwmethoden ontwikkeld die het mogelijk maken de stenen schepping in goddelijk licht te laten baden. In de loge wordt dat samenspel van bouw en licht in ere gehouden, ook door het groeiende aantal vrijmetselaren die de epitheta ‘goddelijk’ of ‘koninklijk’ liever vervangen door ‘menselijk’. Ook die laatsten zijn zich ervan bewust dat architectuur meer kan zijn dan het verschaffen van onderdak en dat licht meer kan zijn dan een lampje om bij te lezen.
Een mooie illustratie van de creatieve wisselwerking van bouw en licht wordt jaarlijks in de winter gegeven door het Amsterdam Light Festival, ditmaal voor de zevende keer. Dertig kunstwerken verlichten tot en met zondag 20 januari 2019 de binnenstad van Amsterdam. Voor deze editie gingen kunstenaars, vormgevers en architecten uit zestien verschillende landen aan de slag met hun interpretatie van het thema 'The Medium is the Message'. Het idee achter deze beroemde uitspraak van de Canadese filosoof en wetenschapper Marshall McLuhan was simpel: de manier waarop we een boodschap versturen is minstens zo belangrijk als de boodschap zelf. De kunstenaars bogen zich dit jaar over vragen als: Welke rol speelt licht als middel of juist als boodschap? En: Hoe kan licht ruimtes laten ontstaan die anders onzichtbaar waren gebleven?
Een schitterend voorbeeld van ideëel bouwen vormt ook het voormalig Burgerweeshuis in Amsterdam. Het door architect Aldo van Eyck ontworpen bouwwerk is tegenwoordig hoofdkantoor van gebiedsontwikkelaar BPD, onderdeel van Rabobank, die met zorg dit architectonisch erfgoed koestert. In samenwerking met Ricky Rijkenberg en Architectura & Natura is een ruimte in het Burgerweeshuis gewijd aan de geschiedenis van het gebouw: de ‘Schatkamer'. Er zijn 3D-maquettes van historische elementen te zien en verloren gegane onderdelen zoals het ‘pannenkoekenkeukentje'.
Veel door levensbeschouwelijke ideeën geïnspireerde architectonische kunst roept bij vrijmetselaren gemakkelijk gevoelens van verwantschap op. Vanaf het Stadionplein in Amsterdam-Zuid te voet op weg naar het Burgerweeshuis zie je rechts het stadion waarnaar het plein genoemd is, en zelfs een voetbalhater als ondergetekende laaft zijn blik graag aan de klare en voorname lijnen die architect en vrijmetselaar Jan Wils daar tegen de hemel tekende.
Zo’n gevoel van herkenning leveren ook de maquettes van gebouwen en beelden van het kunstenaarsechtpaar Anne& Patrick Poirier op die opgesteld staan in de hoofdzaal van museum De Pont in Tilburg. De Poiriers leggen met hun kunst archeologische en architectonische verbindingen met het verleden van legendarische gebouwen die een voorname rol spelen in onze cultuur, vergelijkbaar met de tempel van Salomon. Net als de kathedralenbouwers en hun speculatief maçonnieke opvolgers zien deze kunstenaars hun ontwerpen voor fysieke gebouwen tegelijk als metaforen voor ‘mentale’ gebouwen.
Een hoogtepunt in de expositie is een enorme maquette van een denkbeeldige witte stad, vol tempels, amfitheaters, observatoria en koepels. Boven het geheel brandt in neonlicht de titel, ‘Mnémosyne’. Het gaat dus om geheugenkunst, en wat is vrijmetselarij anders?
Willem Verstraaten