Vrijmetselarij
Lang geleden woonde er in Israël - het kan ook Egypte zijn geweest, daar is de overlevering niet duidelijk in - een moeder met haar drie zonen. Haar man was enkele jaren geleden overleden tijdens een ongeval op het bouwterrein waar hij werkte. Als alleenstaande moeder viel de opvoeding van de drie knullen haar zwaar.
Op een dag, op het uur van volle middag, riep ze haar drie zonen bij haar.
“Mijn geliefde zonen, ik kan jullie niet het leven geven dat ik zou willen en daarom heb ik besloten dat het beter is dat jullie een eigen toekomst zoeken. Ik wil dat jullie de wereld in trekken om wijsheid te vinden, kracht op te doen en schoonheid te ontdekken. Pas wanneer jullie deze drie dingen hebben gevonden, mogen jullie weer naar huis terugkeren.”
Gehoorzaam als dat zij waren, stapten de drie onervaren zonen de wereld in, in de hoop spoedig weer huiswaarts te kunnen keren.
Na drie jaren kwam de eerste zoon thuis.
Voordat hij het huis in mocht, stelde zijn moeder hem de vraag:
“Mijn geliefde zoon, wat heb je op je reis ontdekt?”
De zoon antwoordde:
“Moeder, ik heb rondgereisd over de wereld. Ik ben onderwezen door zeergeleerde professoren en ik heb aan de voeten gezeten van wijze meesters. ik heb van hun geleerd dat mijn wereld subjectief is en dat ik zelf verantwoordelijk ben voor alles wat er met mij en om mij heen gebeurt. Ik weet nu dat het niet alleen 'zo boven, zo beneden is' maar ook 'zo binnen, zo buiten'. Ik heb mijzelf leren kennen omdat ik nu weet dat mijn geluk en het geluk van de mensen om mij heen op mij aankomt. Ik heb het ware geluk gevonden.”
De moeder keek goedkeurend en zei:
“Zoon, ik ben tevreden over je antwoord. Je hebt de wijsheid gevonden, maar kracht en schoonheid liggen nog voor je verborgen. Ga terug de wereld in en kom pas terug als je ook deze hebt gevonden.
En zo trok de eerste zoon opnieuw de wereld in.
Na vijf jaren kwam de tweede zoon thuis.
Voordat hij het huis in mocht, stelde zijn moeder hem de vraag:
“Mijn geliefde zoon, wat heb je op je reis ontdekt?”
De zoon antwoordde:
“Moeder, ik heb rondgereisd over de wereld. Ik ben onderwezen door zeergeleerde professoren en ik heb aan de voeten gezeten van wijze meesters. ik heb mezelf leren kennen en ik heb geleerd dat het op mij aankomt. Maar tevens heb ik ontdekt dat er nog iets anders is dat invloed uitoefent op mijn leven. Iets dat boven mijzelf uitstijgt. Ik heb deze kracht “God” genoemd, maar het is eigenlijk zo groot dat het niet te vangen is in letters. Deze God is zo wonderbaarlijk en groot dat ik niets anders kan doen dat mijn lot in zijn handen leggen in de hoop dat Hij het beste met mij voor heeft. Ik heb het ware geluk gevonden.”
De moeder leek tevreden en zei:
“Zoon, ik ben tevreden over je antwoord. Je hebt niet alleen wijsheid gevonden, maar ook de kracht van het geloof opgedaan door je te onderwerpen aan het Hogere en daarop te vertrouwen. Maar je hebt nog niet de schoonheid ontdekt. Ga terug de wereld in en kom pas terug als je ook deze hebt gevonden.”
En zo trok de tweede zoon opnieuw de wereld in.
Na zeven jaren kwam de derde zoon thuis.
Voordat hij het huis in mocht, stelde zijn moeder ook aan hem de vraag:
“Mijn geliefde zoon, wat heb je op je reis ontdekt?
De zoon antwoordde:
“Moeder, ik heb rondgereisd over de wereld. Ik ben onderwezen door zeergeleerde professoren en ik heb aan de voeten gezeten van wijze meesters. ik heb mijzelf leren kennen en ik heb geleerd dat het op mij aankomt. Ik heb ook ontdekt dat er nog iets anders is dat invloed uitoefent op mijn leven. Ik heb dit “God” genoemd. Ik onderwierp mij aan God en vertrouwde op Hem. Ik dacht het ware geluk gevonden te hebben.
Maar na verloop van tijd kreeg ik bedenkingen. Ik begon te twijfelen aan hoe deze God mijn leven leidde en of hij eigenlijk wel bestond. Uiteindelijk verwierp ik Hem. Ik raakte in een diepe depressie omdat mijn contact met het Hogere weg was. Ik zwierf rond van plaats tot plaats in de hoop dat iets of iemand mijn contact met het Hogere weer kon herstellen. Ik ben terug gegaan naar de professoren en wijze leermeesters, maar niemand kon me helpen. Ik dacht dat ik alles verloren had.
Totdat ik diep in mezelf keek en ik erachter kwam dat het Hogere niet alleen iets afstandelijks was maar dat ik er een deel van ben, misschien zelfs wel de oorsprong ervan. Dat het Hogere tegelijkertijd subjectief en objectief is en nog groter en mooier is dan ik altijd had gedacht. Ik kan nu het Goddelijke in de mensen en dingen om mij heen zien. Mijn ogen zijn geopend als na een jarenlange slaap. Ik weet nu waar ik het ware geluk kan vinden.”
“Zoon, ik ben tevreden over je antwoord. Niet alleen heb je de wijsheid van zelfkennis gevonden en de kracht van geloof in het Hogere opgedaan, maar je hebt ook de schoonheid van de wereld ontdekt . Ik ben blij dat ik je weer in mij armen kan sluiten. Welkom thuis.”
En zo - terwijl de klok middernacht sloeg - omhelsde de weduwe haar teruggekeerde zoon en ze wist dat haar taak als moeder was volbracht.
En misschien vraagt u zich nu af wat er met de andere twee zonen is gebeurd? Volgens de overlevering zijn ze allebei goed terecht gekomen. De eerste trouwde met de Koningin van Sheba en de tweede werd timmerman en kreeg een nogal rebelse zoon.
Copyright 2006 Donato Ranzato