Vrijmetselarij
Er zijn vele manieren om het geheim van de vrijmetselarij te benaderen. Een historisch verslag van de vrijmetselarij in de drie eeuwen dat ze nu officieel bestaat bijvoorbeeld, een wetenschappelijke analyse van nut en functie van het logelidmaatschap waarover logeleden vaak zo hoog opgeven. Of door een eigentijds ‘verradersgeschrift’, met onthulling van de rituele teksten en handelingen binnen de loge; daar wordt op deze plek allang niet meer geheimzinnig over gedaan - met grote vrijmoedigheid worden vele voorbeelden gegeven van de symbolen en ritualen die de hoofdrol spelen in de maçonnieke arbeid in de loges.
Wat doen die mannen daar? O, komen er ook vrouwen in de loge? Waarom zijn ze daar zo opgetogen over? En vertel nou eens wat dat geheim van de loge is. Het is allemaal op internet te vinden, en voor wie dieper graaft zijn er de meest geleerde en wijsgerige boeken over te vinden. Toch blijft het intrigeren, dat geheim van de loge.
Wat het geheim van de vrijmetselaren is, is simpel verteld: dat is het geheim van het leven zelf. Dat moet je beleven om er iets van te begrijpen, net zoals je alles in het leven moet beleven om er een begin van begrip van te krijgen.
Ja, ook feiten zijn belangrijk, en feitjes kunnen intrigerend zijn. Maar met feitelijke beschrijvingen kom je maar net aan de buitenkant van de loge terecht, en wie er echt belangstelling voor heeft wil door de poort naar binnen.
Vergelijk het met de liefde; vertogen van de fysioloog over de betreffende acties van spieren en klieren dragen niet bij aan de verklaring van de liefde, noch een neurobiochemische analyse van hersen- en zenuwenactiviteiten in de liefde, noch een historische beschouwing over legendarische liefdesgeschiedenissen en ‘liaisons dangereuses’. Als het dan toch met woorden moet, dan biedt alleen de poëzie uitkomst, liefst ondersteund met beelden die iets uitdrukken van het gevoel dat erbij hoort.
Om de arbeid in die altijd weer zo intrigerende loge te begrijpen, moet je die beleven; er zijn nauwelijks toereikende woorden voor. Net zoals de weg die beschreven kan worden, de echte weg niet is, vrij naar Lao-tze, de geestelijke vader van het taoïsme. Maar die vatte zijn visie op het leven wel degelijk in tekst, in de ‘Tao te tjing’. En zo probeert de vrijmetselaar (m/v) ook steeds weer de beleving in de loge tot uiting te brengen, als een spel van betekenis en verbeelding.
Een spel omdat het geen leer is, geen wetenschap, maar een allusieve zoektocht waarin de weg aangegeven wordt door toespelingen. De logearbeid is geen spelletje, er is een betekenis, al moet iedereen die voor zich persoonlijk vinden; het gáát ergens over. En tot slot de verbeelding: in de loge wordt een beroep gedaan op de creativiteit van de deelnemers; niet voor niets wordt de vrijmetselarij wel Koninklijke Kunst genoemd.
In de loge is de inzet dat verbinding gemaakt wordt, niet alleen met de andere logeleden, of met de mensen in de maatschappelijke omgeving, maar ook met een werkelijkheid voorbij de laatste waarheden, de werkelijkheid waarin alle grote geestelijke stromingen zich verdiepen, en waarin de mens vaak het spoor bijster raakt vanwege het hoogmoedige idee dat hij uiteindelijk alles volledig zal doorgronden.
Als alle elementen van het plechtige spel in de loge in creatief verband gebracht worden, ontstaat als vanzelf een harmonie die de deelnemers uittilt boven de alledaagsheid, de kleingeestigheid, het materialisme en het egoïsme. Dat plechtige spel blijft de raison d’être van de loge.
Willem Verstraaten