Vrijmetselarij
Als je doel Ithaka is en je vertrekt daarheen,
Dan hoop ik dat je tocht lang zal zijn,
En vol nieuwe kennis, vol avontuur.
Ga op zoek zonder het vooropgezette plan iets te vinden. Reis omwille van het reizen! Zelden heeft de aansporing zo aanlokkelijk geklonken als in het beroemde gedicht ‘Ithaka’ van Kavafis. Ik kende het nog niet in de tijd toen ik historische plaatsen ongezien links liet liggen in de pure verslaving aan het gaspedaal. In vijf dagen heen en weer van Amsterdam naar Turkije, ’s nachts over onverlichte wegen vol gaten van wat toen nog Joegoslavië heette, slapen aan de Zwarte Zee op het Bulgaarse Goudstrand, ronddwalen in de Grote Bazaar van Istanbul en bij terugkeer bij het hotel vier mannenbenen onder de Jaguar E-type uit zien steken; waren dat twee erecties vanwege dat pronkende motorblok in de monocoque, toen nog met zes cilinders in lijn?
De reis is een van de krachtigste metaforen voor de zoektocht die het leven is. De literatuur is er vol van, van de Odyssee tot ‘Orlando Furioso’, van de ‘Pilgrim’s Progress’ tot de rituelen van vrijmetselaren, van ‘In de Ban van de Ring’ tot ‘On the Road’. Geestelijk gaat ieder mens wel eens op reis naar onbekende verten waar TUI noch Djoser de weg weten. Wereldbestormers in het diepst van onze gedachten. Maar wel met room service en metgezel(lin) bij de hand graag.
Leven is beweging, en daarom hol ik graag van hot naar her alsof de duivel me op de hielen zit. Rust is de zuster van de dood. Als er één thema is in mijn leven, dan is het de onrust. Op reis gaan om je grenzen te overschrijden. Pure hybris natuurlijk; uiteindelijk vindt de Dood je wel in Isfahan. Maar daarin vindt de mens zijn glorie: het onbereikbare na te streven in de wetenschap dat hij zichzelf nooit te buiten kan gaan. Als we tot het uiterste durven te gaan, wordt ons soms een blik gegund op wat zich buiten ons bereik bevindt, maar onze sjibbolet zal ons altijd verraden als bewoners van dit mensenland aan deze zijde van de godenkust die blinkt aan de overzijde.
Reizen is het verzaken aan zekerheden, het scheppen van afstand tot het bouwwerk dat wij van ons leven maken, van de heilige huizen waarin we geneigd zijn ons te verschansen.
Reizen ontregelt. Op je routine red je het niet, er kan voortdurend iets onverwachts gebeuren. In het hotel in Santiago de Chile waar ik me toch al niet goed voel door de vuilgele zwavelige wolk die de stad verstikt, schrik ik ’s nachts wakker van een aardschokje dat korte metten maakt met de vaste grond die we symbolisch onder onze voeten denken te hebben. De aardige pr-mevrouw heeft het allemaal zo goed geregeld, de grenswachter stuurt je terug omdat je paspoort je beroep meldt en er geen journalistieke pottenkijkers gewenst zijn. De in de reclame hooggeprezen drank waarover je wilt schrijven, blijkt een mix van zeepsop en spiritus. En op de open boot van Dubrovnik naar Lokroem – het ‘eiland der liefde’ waar je ooit met je vrouw was – trappen Duitse collega’s je op je hart door in ‘Warum ist es am Rhein so schön’ uit te barsten, terwijl we toch echt op de Adriatische Zee varen. Gelukkig vind je als iedereen dronken in bed ligt in de nacht op het terras onder de sterren jezelf terug.
Een van de aangenaamste aspecten van mijn werk als redacteur in de drankenwereld is dat ik vaak op reis ben. Meestal wordt het programma door de uitnodigende bedrijven of instanties volgepropt als een gans voor de lever die in Frankrijk grootschalig wordt ingezet om de pers in de juiste stemming te brengen om de te keuren wijnen te waarderen. Maar in de loop der tijden ben ik een meester geworden in het spijbelen van programmaonderdelen die me weinig bij lijken te dragen aan het artikel dat ik geacht word te schrijven.
Alle wijnuithoeken van Frankrijk heb ik gezien, en de meeste van Italië, Spanje, Duitsland en andere Europese landen. In Tbilisi dwaalde ik ’s nachts met mijn Georgische gastheer door verlaten straten op weg naar het hotel, innig gearmd, luid orerend over het leven, in de stellige overtuiging dat we beiden vloeiend Russisch spraken.
De reizen gingen verder naar de Hooglanden van Schotland, het tropisch regenwoud van Puerto-Rico, resorts in Jamaica, redneck country in de States, Kaap de Goede Hoop en het Zuid-Afrikaanse binnenland, en ga maar door. Vaak had ik maar een flauw idee waar ik ongeveer zat, en als er maar een goede persmap was, had ik nauwelijks de neiging het op de kaart op te zoeken. Reizen is weg zijn van de dagelijkse werkelijkheid, en als je teveel thuis bent op je bestemming, ben je niet weg.
In het vliegtuig heb je tijd voor luchtspiegelingen. Dronken worden en stennis schoppen met stewardessen of medepassagiers doe je als nette Nederlander natuurlijk niet. Denken aan aanslagen in de lucht heeft weinig zin – je zit er nu eenmaal toch in. De film die geacht wordt je intercontinentaal te vermaken, is alleen maar slaapverwekkend; weinig kans dat de screening van de luchtvaartmaatschappij een verontrustend filmwerk toelaat - de loyal customers van de KLM zouden er paranoia van kunnen krijgen.
Terwijl Pachelbel in je koptelefoon met zijn Canon de eeuwigheid tot klinken brengt, maken de in majestueuze soevereiniteit ver in de diepte voortvarende – hoe lang nog? - ijsbergen haar zichtbaar voor je ogen. Alle tijd voor die meditatie die er steeds maar weer bij inschiet. Of om een bevlogen artikel in de steigers te zetten voor het levensbeschouwelijke magazine waarvan je hoofdredacteur bent. De vulpen voor vertrek bijgetankt, want een inktpotje in de handbagage is verdacht. Zou de pen dan toch machtiger zijn dan het zwaard?
De Airbus of de Dreamliner laat je niet alleen letterlijk maar ook overdrachtelijk uitstijgen boven de tijd- en plaatsgebondenheid van je aardse bestaan. Eenmaal los van het aardoppervlak waar je dagelijkse taak verricht wordt, laat je gemakkelijk je gedachten stijgen tot ijle hoogten. Maar ook aan boord zijn kranten die melding maken van de platvloerse werkelijkheid van de graaizucht van ongeneeslijke narcisten en het terrorisme van humorloze zeloten. Je zweeft tussen het welbehagen van whisky voor en koffie na de tegenwoordig voornamelijk symbolische maaltijd en de weerloosheid voor gevaren die zelfs de relatief bevoorrechte West-Europese burger niet uit heeft kunnen bannen.
Onthechting kan ontheemding worden. Doodmoe na veelgangenlunches en –diners op een eenzame hotelkamer piekeren over wat je nou eigenlijk van je leven gemaakt hebt. Kilometers langs eiken vaten lopen in steeds weer andere caves, cantinas en bodegas en je afvragen waarom je geen vak geleerd hebt. In al die hotelbars met een inrichting van altijd dezelfde poenerige wanhoop al die reizende mannen op de automatische piloot een flirt zien beginnen met altijd weer die beschikbare zakenvrouw die ook geen idee heeft waar ze beland is.
De ware ontdekkingsreis leidt niet naar een vooropgezet doel, net zo min als de reis naar Ithaka van Kavafis ten doel heeft werkelijk te arriveren op het mythische eiland. De reis van het leven wordt pas werkelijk een ontdekkingsreis als je de ogen open houdt voor het onverwachte dat zich aandient. Zo treed je in de voetsporen van de prinsen die hun geboorte-eiland Serendip bij Perzië verlieten om kennis op te doen in het land van keizer Beramo, in het tegenwoordige India. Met hun praktische intelligentie maken ze zoveel indruk op de keizer dat hij de prinsen te hulp roept bij het opsporen van de Spiegel der Rechtvaardigheid die hem ontstolen werd en nu in het bezit is van de Maagdelijke Koningin. Nadat ze de spiegel aan de rechtmatige eigenaar terugbezorgd hebben, vertrouwt de keizer hen toe dat hij geplaagd wordt door slapeloosheid door liefdesverdriet. De prinsen raden hem aan zeven paleizen te laten bouwen, waarin zeven van de beste verhalenvertellers van zijn land hem af moeten leiden met sprookjes van liefde en haat, onschuld en bedrog, verwisselde persoonlijkheden en verrassende samenlopen van omstandigheden. Met ieder nieuw verhaal komt de keizer meer bij zinnen, tot hij tenslotte beseft dat hij zelf de oorzaak is van zijn liefdesverdriet.
Nadat de keizer herenigd is met zijn geliefde, overlaadt hij de prinsen met geschenken. Ze leven voort in het gezelschap van de hoofdpersonen van de Spookjes van Duizend-en-één Nacht en de Decamerone van Boccaccio. Ook het woordenboek hebben de prinsen gehaald: serendipiteit is de term voor ‘het vermogen bij toeval gelukkige en onverwachte ontdekkingen te doen’, zoals de Oxford English Dictionary het definieert.
Een jaar of dertig geleden was ik voor het eerst in Tennessee, voor een reportage over Jack Daniel’s. Na aankomst zit ik om half vijf ’s morgens Nederlandse tijd aan de Tennessee sour mash whiskey in een ijskoude schemerige hotelbar. Daarna op goed geluk Nashville in, fastfood in een TGI Friday’s en niet meer weten welke dag van de week het is. Na een paar uur slapen met jetlag de stad uit; achter je rijdt een roze Chevvy met een grote Afro American achter het stuur, een douchemuts op, voorop in plaats van een kenteken een bordje met de tekst ‘Christ is the answer’. Was het maar zo simpel.
De volgende nacht kom ik, doodmoe van een lange rondrit, besloten met een diner met een tenenkrommende line dance-show, om 2 uur aan in het Gaylord Hotel in Nashville. Het grootste hotel van de Verenigde Staten, door een reusachtige glazen koepel gevrijwaard van de elementen, voorloper van de kolonie op Mars die na de ecologische apocalyps op aarde de mensheid moet voortzetten. De kunstmatige capsule heeft duizenden kamers, complete dorpen met shopping malls, en zelfs een stromend riviertje, compleet met waterval. geschikt om er voorgoed afstand in te nemen van het gewone leven, mits de dollars niet opraken. De onwerkelijkheid ten top, en de surrealistische sfeer greep me bij de keel. Gelukkig was er ook een internetcafé, en de mailbox maakte duidelijk dat er daarbuiten ook nog een echte wereld bestond.
De trip is kort; alweer tijd om de thuisreis te beginnen, de mooiste reis. De laatste uren zijn voor de laatste hamburger en de taxfree shops. Ik zie een van mijn Nederlandse collega’s met een grote stapel zojuist aangeschafte boeken het KLM-toestel in stappen. Een paar dagen later hoor ik dat hij zich na terugkeer in Amsterdam verhangen heeft.
In 1991 schreef John Barth in ‘The Last Voyage of Somebody the Sailor’: “Je bereikt Serendip niet door er een koers naar uit te zetten. Je moet in goed vertrouwen op reis gaan naar een andere bestemming en serendipiteus je coördinaten verliezen.” Geen betere manier om serendipiteit de kans te geven dan op reis te gaan. En zo keren we terug bij Kavafis:
En mocht je vinden dat Ithaka arm is,
Denk dan niet dat het je bedroog.
Want je bent een wijze geworden, hebt intens geleefd,
En dat is de betekenis van Ithaka.
Zoek, en je zult vinden. Maar zelden wat je zocht…
Willem Verstraaten